Samen spelen: waarom peuters dit zo lastig vinden

Samen spelen: waarom peuters dit zo lastig vinden” is door Marion Middendorp geschreven voor Peuteren.nl.

Als ouder zie je het misschien dagelijks: je peuter zit naast een ander kind te spelen, maar écht samen spelen is er vaak nog niet bij. En dat is heel normaal. Samen spelen is namelijk een vaardigheid die stap voor stap groeit. Voor een peuter van twee of drie jaar is de wereld nog erg ‘ik-gericht’. Spelen draait dan vooral om het ontdekken van de eigen mogelijkheden, het vasthouden van speelgoed en het beleven van een fantasiewereld in hun hoofd. Het idee dat een ander kind daar ook een rol in zou kunnen hebben, is vaak nog een brug te ver. Daarom zie je in deze leeftijd vaak zogenoemd parallelspel: kinderen spelen naast elkaar met hetzelfde soort speelgoed, maar zonder dat er echt interactie is. Het is een belangrijke tussenfase die de basis legt voor later, wanneer kinderen beter kunnen delen, overleggen en samen fantasieën uitwerken.

Samen spelen: waarom peuters dit zo lastig vinden

Waarom is samen spelen zo moeilijk?

Voor peuters is het leren samen spelen vooral lastig omdat er veel vaardigheden bij komen kijken die nog in ontwikkeling zijn. Ze moeten niet alleen leren praten en hun wensen uiten, maar ook begrijpen dat een ander kind óók ideeën heeft. Dat vraagt om sociale vaardigheden, inlevingsvermogen en zelfbeheersing. Bovendien is het idee van ‘delen’ voor een peuter nog ingewikkeld. Een knuffel of autootje voelt als een verlengstuk van zichzelf en loslaten voelt dan bijna alsof ze een stukje van hun eigen identiteit afgeven. Ook emoties kunnen een rol spelen: peuters hebben nog moeite om frustraties of boosheid te reguleren. Een botsing over een pop of een schepje in de zandbak kan daardoor groot aanvoelen en eindigen in tranen. Vanuit het oogpunt van de ontwikkeling is dit logisch, want het brein van een peuter is nog volop bezig met oefenen in sociaal gedrag.

Hoe kun je samen spelen stimuleren?

Als ouder kun je je peuter helpen door veel ruimte te geven om te oefenen. Begin klein en laagdrempelig. Nodig een ander kind uit voor een korte speelsessie en kies speelgoed dat goed gedeeld kan worden, zoals blokken, duplo of een grote bak met autootjes. Je kunt zelf een actieve rol spelen door het spel in goede banen te leiden. Geef bijvoorbeeld suggesties: “Zullen jullie samen een toren bouwen?” of “Jij rijdt dit autootje naar het huis, en hij kan de deur openmaken.” Op die manier leren kinderen dat hun spel elkaar kan aanvullen. Houd de speelsessies kort, want peuters raken snel overprikkeld. Zorg ook dat er voldoende materiaal is om ruzies te voorkomen: twee schepjes in de zandbak maakt een wereld van verschil. En misschien nog wel het belangrijkste: geef zelf het goede voorbeeld door samen iets te doen en zichtbaar plezier te hebben in samenwerking.

Wat als het niet goed gaat?

Ruzies en frustraties horen bij het leerproces. Een peuter die telkens speelgoed afpakt of boos wordt als iemand mee wil doen, is niet ‘lastig’, maar oefent in het leren omgaan met anderen. Probeer rustig te blijven en benoem wat er gebeurt: “Jij wilt ook met de pop spelen, maar hij heeft hem nu. Straks mag jij.” Zo geef je woorden aan emoties en laat je zien dat delen en wachten mogelijk is. Lukt het niet, dan kun je even afleiden of het speelgoed wisselen. Dwingen om samen te spelen werkt meestal averechts, want je peuter moet er zelf klaar voor zijn. Gaat het structureel moeizaam of zie je dat je kind nauwelijks interesse heeft in andere kinderen, dan kan het helpen dit met de pedagogisch medewerker op de opvang of het consultatiebureau te bespreken. Vaak is het een kwestie van tijd en rijping, maar soms spelen andere factoren mee die extra ondersteuning vragen.

Het belang van oefenen en geduld

Samen spelen is niet alleen leuk, het is ook een belangrijke leerschool. Kinderen ontwikkelen er hun sociale vaardigheden mee, leren onderhandelen, delen, wachten en samenwerken. Dat zijn vaardigheden die ze straks op school hard nodig hebben. Als ouder kun je dit proces niet forceren, maar je kunt wel een veilige omgeving creëren waarin je peuter mag oefenen. Door veel geduld te hebben, oog te houden voor kleine stapjes vooruitgang en vooral het plezier te benadrukken, groeit je kind langzaam naar dat mooie moment waarop er écht samen gespeeld wordt. Tot die tijd is het goed om te beseffen dat parallel spelen een waardevolle fase is en dat je peuter al druk bezig is de basis te leggen voor de sociale wereld van later.

Lees ook

Spelend opruimen: zo maak je opruimen fijn!
Het belang van buitenspelen voor kinderen
Waarom willen kinderen een Labubu? (En waarom vinden wij het maar een lelijk ding)

Bronvermelding

Afbeelding: 123rf.com