Geld groeit niet aan bomen. En nee, het rolt ook niet vanzelf uit de pinautomaat – al lijkt dat voor jonge kinderen soms wel zo. Juist daarom is het belangrijk om kinderen al vroeg te leren wat geld eigenlijk is, en hoe je er verstandig mee omgaat. En hoe kun je dat nu beter doen dan met hun eigen, kleine, wekelijkse bijdrage: zakgeld.

Wanneer begin je met zakgeld geven?
Er is geen magische leeftijd waarop je moet beginnen met zakgeld. Maar een goed moment is vaak rond het vijfde of zesde levensjaar. Je kind leert dan tellen, krijgt meer besef van waarde, en begrijpt wat het betekent om ergens op te moeten wachten. Natuurlijk hoef je dan nog niet te verwachten dat je kind meteen een spaarrekening opzet voor z’n pensioen. Maar het zaadje wordt wel geplant: geld is iets waar je keuzes mee maakt. En soms hoort daar wachten, sparen of ‘nee’ zeggen bij.
Wat leren kinderen van zakgeld?
Zakgeld is meer dan een financiële bijdrage – het is een les in zelfstandigheid. Kinderen leren keuzes maken: koop ik dit snoepje nu, of spaar ik nog even voor die leuke sleutelhanger? Ze leren ook dat geld op is als je het uitgeeft. En dat je soms teleurgesteld kunt zijn omdat je het net te vroeg hebt laten rollen. Zulke leermomenten zijn belangrijk. En hoe jonger je begint, hoe makkelijker kinderen deze lessen meenemen naar hun tienerjaren. Het voorkomt ook een boel strijd over geld op latere leeftijd, omdat je de basis op tijd gelegd hebt.
Hoeveel zakgeld geef je?
Hoeveel je geeft, hangt af van je eigen financiële situatie en wat je kind ermee moet doen. Sommige ouders geven een vast bedrag waar kinderen alles van moeten betalen – van cadeautjes tot kleding. Anderen kiezen voor een klein bedrag dat puur bedoeld is voor snoep of speelgoed. Het belangrijkste is dat het bedrag past bij de leeftijd én dat het duidelijk is wat je kind er wel of niet van moet bekostigen.
Hieronder een overzicht van richtbedragen (bron: Nibud 2024):
Leeftijd | Bedrag per week |
---|---|
5-6 jaar | 0,50 – 1,00 euro |
7-8 jaar | 1,00 – 1,50 euro |
9-10 jaar | 1,50 – 2,00 euro |
11-12 jaar | 2,00 – 3,00 euro |
13-14 jaar | 3,00 – 5,00 euro |
15-17 jaar | 5,00 – 7,00 euro |
Wat moeten kinderen doen van hun zakgeld?
Ook hier is geen standaardregel. Het gaat er vooral om dat jij als ouder uitlegt waarvoor het zakgeld bedoeld is. Geef je kind niet alleen geld, maar ook verantwoordelijkheid. Laat bijvoorbeeld weten: “Hiervan mag je zelf iets lekkers kopen, of sparen voor iets groters.” Of: “Van dit bedrag koop je zelf kleine cadeautjes voor verjaardagen.” Hoe meer duidelijkheid je schept, hoe beter kinderen leren plannen. Belangrijk is dat je afspraken maakt en die consistent houdt. Zo voorkom je dat kinderen bij elk winkelbezoek om extra geld vragen.
Spaardoelen: kleine dromen groot maken
Kinderen sparen liever voor concrete dingen dan voor een abstract spaarpotje. Help je kind om spaardoelen te kiezen. Maak samen een tekening van het doel, bijvoorbeeld een LEGO-set of een knuffel en plak die op een potje of envelopje. Zo zien ze letterlijk waarvoor ze sparen. Dat motiveert! En als het doel gehaald is, kun je er samen iets leuks van maken: naar de winkel, zelf afrekenen, trots thuiskomen. Dat is pure winst, op alle fronten.
Contant of digitaal?
We leven in een wereld waar cash geld steeds minder gebruikt wordt. Toch is het voor jonge kinderen vaak fijner om contant geld te krijgen. Dat voelt tastbaar: ze zien het, voelen het, tellen het. Pas als kinderen wat ouder zijn (vanaf 10 à 11 jaar), kun je nadenken over een kinderspaarrekening of digitaal zakgeld via een app. Let dan wel op dat het inzicht in geld niet verloren gaat – want 4 euro digitaal voelt heel anders dan vier muntjes in je hand.
Geef je kind ruimte om fouten te maken
Als je kind het zakgeld meteen opmaakt aan iets waarvan je denkt: zonde!, bijt dan even op je tong. Laat het gebeuren. Juist van deze misstap leert je kind het meest. Je hoeft natuurlijk niet alles goed te keuren (wapenspeelgoed of energiedrankjes zijn terechte grenzen), maar kleine miskopen horen erbij. Je kind leert zo zelf verantwoordelijkheid nemen voor keuzes. En dát is precies de kracht van zakgeld: het is een veilige manier om te oefenen met geld, voordat het echt spannend wordt.
Zakgeld en klusjes: koppelen of niet?
Een veelgestelde vraag is of zakgeld verdiend moet worden met klusjes in huis. Hier zijn de meningen verdeeld. Sommige ouders vinden dat kinderen meehelpen omdat ze deel uitmaken van het gezin, niet voor geld. Anderen vinden het juist goed om een link te leggen tussen werk en beloning. Een gulden middenweg? Geef vast zakgeld zonder voorwaarden, maar laat je kind ook geld bijverdienen met extra klusjes, zoals auto wassen of onkruid wieden. Zo leren ze dat werken loont, maar dat basisgeld niet afhangt van prestaties.
Als het (even) niet werkt
Soms gaat zakgeld geven niet zoals je had gehoopt. Je kind vraagt telkens meer, of raakt juist gefrustreerd als het spaardoel ver weg lijkt. Dat hoort erbij. Herinner je kind aan de afspraken. Benoem wat goed gaat: “Wat fijn dat je zelf besloot om nog even te sparen.” En pas zo nodig het bedrag of de frequentie aan. Zakgeld is geen vaste formule. Het is een groeimodel, net als je kind.
Lees ook
Waarom grenzen stellen bij je peuter essentieel is
Bronvermelding
Afbeelding: 123rf.com
