“Praten met je puber – hoe kom je tot een goed gesprek?” is door Marion Middendorp geschreven voor Peuteren.nl.
Er komt een moment dat je peuter geen peuter meer is, en dat de wereld ineens groter, luider en ingewikkelder wordt. De fase waarin je kind moeiteloos honderduit vertelde over school, vriendjes en dromen, verandert langzaam in gemompel achter gesloten kamerdeuren. De puberteit brengt niet alleen lichamelijke veranderingen met zich mee, maar ook een storm aan emoties, onzekerheid en nieuwe vormen van denken. Voor veel ouders voelt het alsof ze hun kind opnieuw moeten leren kennen. En dat begint bij iets ogenschijnlijk eenvoudigs, maar soms razend ingewikkelds: praten.

Waarom praten met je puber zo belangrijk is
Communicatie is de brug tussen ouder en kind. Zeker in de puberteit, wanneer je kind zich losmaakt en op zoek gaat naar zijn of haar eigen identiteit. In deze fase is praten niet alleen een manier om informatie uit te wisselen, maar vooral een manier om verbinding te behouden. Het laat je puber voelen: ik mag er zijn, ook met mijn chaos, twijfels en fouten. Kinderen die het gevoel hebben dat ze thuis écht kunnen praten, lopen minder risico om zich terug te trekken of te worstelen met eenzaamheid, stress of groepsdruk. En zelfs al krijg je alleen een “weet ik niet” of een schouderophalen als antwoord, jouw open houding legt de basis voor later.
Luisteren is belangrijker dan vragen
Veel ouders willen graag weten wat er in het hoofd van hun puber omgaat. Maar te veel vragen kan juist het tegenovergestelde effect hebben. Puberhersenen zijn namelijk allergisch voor alles wat voelt als controle of ondervraging. In plaats van een spervuur aan vragen (“Hoe was het op school?”, “Wat heb je gedaan?”, “Wie was erbij?”), werkt een open, luisterende houding vaak beter. Geef ruimte. Laat stiltes vallen. Reageer op wat je wél hoort, zonder te oordelen of direct advies te geven. Een simpele zin als “Dat klinkt als een lastige dag” opent vaker een gesprek dan een hele reeks vragen. Door echt te luisteren, laat je merken dat jouw kind zichzelf mag zijn, zonder zich te hoeven verdedigen.
Kies het juiste moment
Een goed gesprek met een puber voer je zelden aan de keukentafel met iedereen erbij. De beste gesprekken ontstaan vaak op momenten dat je het niet plant: tijdens het autorijden, het koken, of een wandeling met de hond. Dan is er minder oogcontact, minder druk, en meer ruimte om te praten. Pubers vinden het vaak prettiger om te praten naast iemand dan tegenover iemand. Probeer het gesprek niet te forceren, maar wees alert op kleine openingen. Een zucht, een losse opmerking, of zelfs een boze uitval kan een ingang zijn tot iets wat eigenlijk gezegd wil worden.
Stel open vragen, geen verhoren
“Waarom heb je dat gedaan?” roept vaak weerstand op. “Wat maakte dat je dat deed?” nodigt uit tot nadenken. Het verschil zit in toon en intentie. Open vragen helpen je puber om woorden te geven aan gedachten en gevoelens die soms zelf nog niet helemaal helder zijn. Ook humor werkt goed. Een luchtige opmerking kan spanning doorbreken en laat zien dat praten niet zwaar hoeft te zijn. Door jezelf kwetsbaar op te stellen (“Ik vond die leeftijd zelf ook best verwarrend”), creëer je herkenning en gelijkwaardigheid.
Wees eerlijk over jezelf
Pubers prikken feilloos door onechtheid heen. Ze merken het direct als je iets mooier maakt dan het is, of als je zegt dat je hun gevoelens begrijpt terwijl dat eigenlijk niet zo is. Eerlijkheid is daarom essentieel. Je hoeft geen perfecte ouder te zijn. Deel gerust dat je iets lastig vindt of dat je iets niet weet. Door jezelf ook als mens te laten zien, geef je je kind toestemming om datzelfde te doen. Dat schept vertrouwen – de belangrijkste voorwaarde voor een echt gesprek.
Respecteer hun behoefte aan privacy
Een van de grootste misverstanden is dat pubers niet willen praten. Vaak willen ze dat wél, maar niet altijd met jou. Soms praten ze liever met een vriend, mentor of iemand anders die op dat moment dichter bij hun belevingswereld staat. En dat is oké. Laat merken dat je dat begrijpt, en dat ze altijd welkom zijn als ze wél willen praten. Respect voor hun privacy betekent niet dat je je terugtrekt, maar dat je aanwezig bent zonder te dringen. Zoals een veilige haven die altijd in zicht blijft, ook als het schip even een andere koers vaart.
Oordeel niet, ook niet tussen de regels door
Pubers zijn gevoelig. Een klein zuchtje, een frons of een goedbedoelde grap kan al snel voelen als afwijzing. Als ouder is het belangrijk om bewust te zijn van je non-verbale communicatie. Probeer te luisteren zonder oordeel, ook als je schrikt van wat je hoort. Misschien vertelt je kind iets over experimenteren, verliefdheid, of grenzen. Reageer dan niet vanuit angst, maar vanuit nieuwsgierigheid. “Vertel eens meer, hoe bedoel je dat precies?” is vaak een betere reactie dan “Dat meen je niet, toch?” De eerste houdt het gesprek open, de tweede sluit het af.
Laat ruimte voor stilte
Sommige gesprekken hebben tijd nodig. Niet elk onderwerp hoeft direct afgerond of opgelost te worden. Soms zaai je iets wat pas weken later ontkiemt. Een puber die vandaag niets zegt, kan morgen ineens alles eruit gooien. Vertrouw op die beweging. Stilte is niet altijd afwijzing; soms is het gewoon verwerkingstijd. Als ouder kun je leren die stilte niet op te vullen met woorden, maar met aanwezigheid.
Complimenten werken beter dan kritiek
Pubers krijgen dagelijks kritiek – van leraren, vrienden, sociale media, en soms ook van zichzelf. Een thuis waar ze wél gezien worden om wat goed gaat, is goud waard. Benoem dus wat je waardeert, hoe klein ook. “Ik vind het knap hoe rustig je bleef tijdens dat gesprek” of “Ik zag dat je echt je best deed vandaag.” Zulke woorden versterken hun zelfvertrouwen en maken het makkelijker om over moeilijke dingen te praten. Complimenten zijn de brandstof van openheid.
Gebruik humor en lichtheid
Een goed gesprek hoeft niet zwaar te zijn. Humor verbindt, relativeert en haalt spanning weg. Een grapje over een gênante ouderlijke blunder of een luchtige opmerking over hoe jij ooit zelf iets doms deed, kan wonderen doen. Pubers nemen het leven vaak bloedserieus – een beetje relativering helpt hen (en jou) om te ademen. Bovendien maakt lachen samen het contact speelser en warmer, wat de drempel verlaagt voor serieuzere gesprekken later.
Wat als je kind niets wil zeggen?
Dat kan frustrerend zijn. Maar blijf kalm. Dwing geen gesprek af. Zeg liever iets als: “Ik merk dat je nu niet wilt praten, dat is goed. Ik ben hier als je er wél klaar voor bent.” Daarmee laat je zien dat je grenzen respecteert, maar ook dat je beschikbaar bent. Vaak testen pubers hiermee of je écht te vertrouwen bent. Als jij dan niet boos of teleurgesteld reageert, groeit hun vertrouwen dat praten bij jou veilig is.
Toon interesse in wat hen bezighoudt
Veel ouders haken af bij de onderwerpen van hun puber: games, influencers, TikTok of mode. Toch ligt dáár vaak de sleutel tot verbinding. Stel nieuwsgierige vragen, niet omdat je alles wilt begrijpen, maar omdat je laat zien dat het je interesseert. “Wat maakt dat jij die muziek zo goed vindt?” of “Wat vind jij leuk aan dat spel?” Met zulke vragen toon je respect voor hun wereld. En pas als je hun wereld kent, kun je écht meepraten.
Geef ruimte aan emoties
De puberteit is een emotionele achtbaan. Boosheid, verdriet, euforie en onzekerheid wisselen elkaar in hoog tempo af. Probeer die emoties niet te corrigeren, maar te erkennen. “Ik zie dat dit je raakt” zegt meer dan “Doe niet zo overdreven.” Emoties zijn geen vijanden, maar signalen. Door ze serieus te nemen, leer je je kind dat gevoelens erbij mogen horen. En dat is een van de mooiste geschenken die je als ouder kunt geven.
Verwacht geen wonderen
Goede gesprekken met pubers zijn geen dagelijkse kost. Soms krijg je alleen losse flarden, halve zinnen of een “laat maar.” Dat is normaal. Wat telt, is dat je beschikbaar bent, geduldig blijft en laat zien dat je je kind vertrouwt. Uiteindelijk komt bijna elke puber terug bij zijn ouders als die basis van veiligheid en respect er is gebleven.
Blijf geloven in verbinding
De puberteit is niet de breuklijn die veel ouders vrezen, maar een fase van herontdekking. Jij leert loslaten, zij leren zelfstandigheid. Het vraagt moed, zachtheid en soms een dikke huid. Maar wie blijft investeren in echt contact, oogcontact, kleine grapjes en oprechte aandacht, ontdekt vroeg of laat dat het gesprek vanzelf weer op gang komt. Niet omdat jij de juiste woorden koos, maar omdat jouw kind voelde: bij jou mag ik zijn wie ik ben.
Lees ook
Toen was je kind ineens een puber
Hoe overleef je als ouders de Gen Z taal?
Bronvermelding
Afbeelding: 123rf.com












































