“Hoe ga je om met angst voor onweer?” is door Marion Middendorp geschreven voor Peuteren.nl.
Onweer is een natuurverschijnsel dat bij veel mensen iets oproept. Het kan indrukwekkend mooi zijn, met lichtflitsen die de hemel doen oplichten en een rommelend geluid dat door alles heen trilt. Maar voor sommige ouders is het minder romantisch; zij voelen spanning zodra de lucht begint te betrekken. Als jij zelf niet zo dol bent op onweer, is dat volkomen begrijpelijk. Alleen is er dan nog iets anders om rekening mee te houden: je peuter kijkt naar jou om te begrijpen wat er gebeurt. De manier waarop jíj reageert, heeft invloed op hoe veilig hij of zij het moment beleeft. Je hoeft dus niet per se stoer of onverschrokken te zijn, maar het helpt wel om te weten wat je kunt doen, hoe je kalm blijft en hoe je dat rustige gevoel doorgeeft aan je kind.

Wat is onweer?
Om te beginnen is het goed om te begrijpen wat onweer eigenlijk is. Onweer ontstaat wanneer warme en koude lucht elkaar ontmoeten. In een wolk bewegen de kleine waterdruppeltjes hierdoor tegen elkaar aan en ontstaat er elektrische lading. Wanneer die spanning te groot wordt, volgt er een ontlading: de bliksem. De donder hoor je pas later, omdat geluid langzamer reist dan licht. Dat is eigenlijk het hele “mysterie”: het is natuurkunde in actie. Voor kinderen kun je dit op een eenvoudige en bijna magische manier uitleggen: de lucht geeft een grote knal, net zoals een ballon die te vol zit. Door het verschijnsel zelf te ontdoen van geheimzinnigheid, maak je het al een stuk minder spannend.
Het idee dat het gevaarlijk is
Soms is het echter niet het geluid of de flits die angstig maakt, maar het idee dat onweer gevaarlijk is. In de basis is onweer veilig wanneer je binnen bent. In huis beschermt de bliksemafleider of het gebouw zelf, waardoor de kans dat er iets gebeurt heel klein is. Buiten is er wel iets meer om op te letten. Wanneer je midden in een open weiland, op een meer in een bootje of op het strand bent, is het verstandig om beschutting op te zoeken. Niet omdat het vaak misgaat, maar omdat bliksem nu eenmaal de weg van de minste weerstand zoekt en dus eerder hoge of blootgestelde punten raakt. Je peuter hoeft dit allemaal niet te weten, maar jij wel. Want kennis kalmeert, bij kinderen én bij volwassenen.
Misschien voel je zelf spanning als de donder dichtbij komt. Je hoeft niet te doen alsof je nergens bang voor bent; kinderen voelen dat toch. Het helpt meer om rustig te zeggen dat jij het geluid ook spannend vindt, maar dat jullie binnen veilig zijn. Zo erken je het gevoel zonder het te versterken. Je kunt een soort ritueel maken dat helpt bij het verwerken van het geluid: samen tellen hoe lang het duurt tussen bliksem en donder. Hoe groter het verschil, hoe verder het onweer al wegtrekt. Dit geeft zowel jou als je kind het gevoel dat je controle en overzicht hebt.
Gewoon er zijn
Is je kind al bang? Dan is nabijheid het belangrijkste. Op schoot kruipen, samen onder een dekentje of gewoon hand in hand in de kamer zitten kan al genoeg zijn. Je hoeft geen groot verhaal te houden of af te leiden met speelgoed of schermen. Soms werkt het juist rustgevend om er gewoon te zijn, stil en warm. Je kindje voelt jouw ademhaling, jouw hartslag, jouw aanwezigheid. Dat is het anker. Als het voor jou spannend voelt, probeer dan zelf ook langzaam te ademen. Kinderen ademen vaak automatisch met je mee.
Er zijn ook manieren om onweer een positieve lading te geven. Sommige ouders maken er een klein thuis-momentje van: gordijnen een beetje dicht, slaapkamerlicht aan, boek erbij, of samen op de vensterbank kijken naar de regen. Onweer kan zelfs troostend werken, een soort herinnering dat de wereld groter is dan wij. Wanneer je peuter merkt dat jij niet wegvlucht maar vertraagt, ontstaat er ruimte om het natuurverschijnsel te ervaren zonder paniek. En dat werkt door. Veel kinderen die als peuter op een veilige manier met onweer kennismaakten, vinden het later juist iets moois.
Zoek een lagere plek
En wat als je buiten bent en het begint te onweren? Het belangrijkste is om rustig te blijven en naar binnen te gaan zodra het kan. Geen haast, geen sprint, gewoon samen bewegen richting huis, auto of gebouw. Als je ergens bent waar dat niet kan, zoek dan een lagere plek op en blijf weg van bomen of hoge objecten. Je peuter hoeft niet te weten waarom. Jij neemt de leiding. Jij zorgt. Dat is genoeg.
Onweer hoort bij de wereld, zoals wind, regen en zon. Soms luid, soms zacht, soms onverwacht. Maar altijd voorbijgaand. Het komt en gaat. Wat blijft, is de herinnering aan hoe veilig je je voelde toen het gebeurde. Hoe jij je kindje vasthield. Hoe jullie samen telden. Hoe je zei: “Hoor je dat? De lucht praat even. Maar wij zijn hier. En wij zijn oké.”
Dat is uiteindelijk wat kinderen onthouden. Dat zij niet alleen waren.
Lees ook
Angst bij kleine kinderen – hoe ga je er als ouder mee om?
Bronvermelding
Afbeelding: 123rf.com












































