Fopspeen – is een fopspeen slecht voor je baby?

Fopspeen – is een fopspeen slecht voor je baby?” is door Marion Middendorp geschreven voor Peuteren.nl.

De fopspeen is voor veel ouders een vast onderdeel van de babyuitzet. Soms al klaargelegd vóór de geboorte, soms pas gekocht na een paar slapeloze nachten. Voor de één is het een reddingsboei, voor de ander een twijfelgeval. Want er wordt veel over gezegd. Dat een speen slecht zou zijn voor de tanden. Of voor de spraak. Of dat je baby er afhankelijk van wordt. Tegelijkertijd zijn er ook ouders die zweren bij de rust die een speen brengt. Dus hoe zit het nu echt? Is een fopspeen slecht voor je baby? Wanneer kan hij juist helpend zijn? En hoe bouw je het gebruik op een fijne manier weer af?

Fopspeen – is een fopspeen slecht voor je baby?

Waarom baby’s zuigbehoefte hebben

Om te begrijpen waarom een fopspeen soms zo goed werkt, is het belangrijk om eerst te kijken naar de natuurlijke zuigbehoefte van baby’s. Zuigen is een oerreflex. Al in de baarmoeder oefenen baby’s dit gedrag door op hun duim te zuigen. Het is niet alleen een manier om voeding binnen te krijgen, maar ook een manier om spanning te reguleren. Zuigen werkt kalmerend, verlaagt de hartslag en helpt baby’s om prikkels te verwerken.

Bij borstvoeding en flesvoeding wordt deze behoefte deels vervuld, maar niet altijd volledig. Sommige baby’s drinken efficiënt en zijn snel klaar, terwijl hun behoefte om te zuigen nog niet verzadigd is. Op dat moment kan een fopspeen helpen om rust te brengen. Niet als vervanging van voeding of nabijheid, maar als aanvulling daarop.

Is een fopspeen slecht voor je baby?

Het korte antwoord is: nee, een fopspeen is op zichzelf niet slecht. Het langere antwoord is genuanceerder. Een fopspeen kan nadelen hebben, maar die hangen sterk af van hoe, hoe vaak en hoe lang hij gebruikt wordt.

Bij baby’s onder de zes maanden laten onderzoeken zien dat het gebruik van een speen zelfs een beschermend effect kan hebben tegen wiegendood, vooral tijdens het slapen. De exacte reden is niet volledig bekend, maar vermoedelijk zorgt het zuigen ervoor dat baby’s minder diep slapen en sneller reageren op veranderingen in ademhaling.

De mogelijke nadelen van een fopspeen ontstaan meestal pas bij langdurig en intensief gebruik, vooral wanneer kinderen ouder worden. Denk aan het continu in de mond hebben van de speen overdag, of het gebruik tot ver voorbij de peuterleeftijd.

Wanneer is een fopspeen wél helpend?

In de praktijk zijn er veel momenten waarop een fopspeen juist rust en comfort kan bieden. Bij baby’s die moeite hebben met inslapen kan een speen helpen om de overgang naar slaap soepeler te laten verlopen. Ook bij onrust, overprikkeling of krampjes kan zuigen verlichting geven. Het werkt als een vorm van zelfregulatie: je baby hoeft niet altijd actief getroost te worden, maar kan zichzelf tot rust brengen.

Daarnaast kan een fopspeen helpend zijn bij medische situaties, zoals tijdens een onderzoek of vaccinatie. Het zuigen biedt afleiding en vermindert stress. Ook bij premature baby’s wordt de speen soms bewust ingezet om het zuigreflex te ondersteunen.

Belangrijk is dat de speen niet wordt gebruikt om structureel signalen te negeren. Huilt je baby omdat hij honger heeft, nabijheid zoekt of pijn ervaart, dan is reageren altijd belangrijker dan het aanbieden van een speen.

Fopspeen en borstvoeding: gaat dat samen?

Een veelgehoorde zorg is dat een fopspeen borstvoeding in de weg zou zitten. Dit wordt ook wel tepel-speenverwarring genoemd. Bij pasgeborenen kan dit inderdaad een rol spelen, vooral in de eerste weken waarin de borstvoeding nog op gang moet komen. Het zuigen aan een speen vraagt een andere techniek dan drinken aan de borst.

Daarom adviseren veel lactatiekundigen om in de eerste weken terughoudend te zijn met de speen, totdat de borstvoeding goed loopt. Dat betekent niet dat een speen nooit kan, maar wel dat het verstandig is om eerst te zorgen voor een stabiele voedingsbasis. Zodra de borstvoeding goed is ingespeeld, kunnen veel baby’s probleemloos afwisselen tussen borst en speen.

Wat zijn de nadelen van langdurig speengebruik?

De meeste nadelen van een fopspeen ontstaan wanneer kinderen ouder worden en de speen een vaste gewoonte blijft. Langdurig zuigen kan invloed hebben op de stand van het gebit en de ontwikkeling van de kaak. Vooral na het tweede levensjaar neemt dit risico toe. Ook kan intensief speengebruik de spraakontwikkeling beïnvloeden, omdat kinderen minder oefenen met klanken en woorden als de speen vaak in de mond zit.

Daarnaast speelt er een emotionele kant. Wanneer een kind de speen nodig heeft om met elke vorm van spanning om te gaan, kan het lastiger worden om andere manieren van zelfregulatie te ontwikkelen. Dat betekent niet dat je kind ‘verwend’ raakt, maar wel dat het goed is om op tijd ruimte te maken voor alternatieven.

Wanneer en hoe begin je met afbouwen?

Er is geen vast moment waarop je moet stoppen met de fopspeen, maar veel experts adviseren om tussen de 12 en 24 maanden te beginnen met afbouwen. Hoe jonger je start, hoe makkelijker het vaak gaat. Peuters zijn zich steeds bewuster van hun omgeving en hechten meer betekenis aan vaste gewoontes.

Afbouwen hoeft geen rigoureus proces te zijn. Het kan juist heel geleidelijk. Een veelgebruikte methode is om de speen eerst te beperken tot slaapmomenten. Overdag blijft de speen in bed of in de kast, en bied je bij troost andere vormen van nabijheid aan. Denk aan knuffelen, zingen of even samen rustig zitten.

Wanneer dat goed gaat, kun je ook het inslapen zonder speen introduceren, bijvoorbeeld bij het middagdutje. Zo krijgt je kind de kans om te ontdekken dat hij ook zonder speen tot rust kan komen.

Goede alternatieven voor de fopspeen

Bij het afbouwen van de speen is het belangrijk om alternatieven te bieden. Niet als vervanging één-op-één, maar als uitbreiding van het repertoire van je kind. Een knuffel kan een grote rol spelen als troostobject, vooral wanneer deze consequent wordt ingezet bij slaapmomenten. Ook een vast slaapritueel met herhaling en voorspelbaarheid helpt kinderen om zich veilig te voelen.

Voor sommige kinderen werkt lichaamscontact het beste. Even op schoot zitten, een hand vasthouden of rustig samen ademhalen kan net zo kalmerend zijn als zuigen. Naarmate kinderen ouder worden, kunnen ook woorden helpen. Benoemen wat er gebeurt en wat je ziet, geeft erkenning en helpt bij emotionele verwerking.

Wat als stoppen lastig is?

Sommige kinderen hebben meer moeite met afscheid nemen van hun speen dan anderen. Dat zegt niets over jouw aanpak of over je kind. Elk kind is anders, met een eigen temperament en gevoeligheid. Als stoppen veel stress oplevert, kan het helpen om het proces tijdelijk te pauzeren en later opnieuw te proberen.

Er bestaan ook speelse methodes om afscheid te nemen, zoals het ‘weggeven’ van de speen aan een fantasiefiguur of het samen inpakken en wegleggen. Voor peuters kan dit helpen om betekenis te geven aan het loslaten. Het belangrijkste is dat het proces gedragen voelt en niet gepaard gaat met schaamte of straf.

Vertrouwen op je gevoel

Misschien wel het belangrijkste om te onthouden is dat er geen universeel juiste keuze is als het gaat om de fopspeen. Wat voor het ene kind werkt, hoeft voor het andere niet passend te zijn. Sommige baby’s hebben nooit interesse in een speen, andere vinden er veel troost in. Beide is oké.

Als ouder ken je je kind het beste. Door te kijken, te luisteren en te voelen wat je kind nodig heeft, maak je vanzelf keuzes die passen bij jullie situatie. Een fopspeen is geen goed of fout hulpmiddel, maar één van de vele manieren waarop je je baby kunt ondersteunen in het leren omgaan met de wereld.

En soms is een beetje rust, voor je baby én voor jezelf, precies wat je nodig hebt.

Lees ook

Wat is wiegendood en hoe voorkom je het?
15x je baby troosten – en soms ook een beetje jezelf

Bronvermelding

Afbeelding: 123rf.com