Veters strikken: zo leer je het je peuter op een speelse en ontspannen manier

Overblijven op de basisschool: hoe werkt het, wat kost het en hoe voelt het voor jouw kind?” is door Marion Middendorp geschreven voor Peuteren.nl.

Veters strikken is zo’n typisch mijlpaalmoment dat vaak ergens tussen de drie en vijf jaar opduikt, al verschilt het enorm per kind. Het ene kind zit vol enthousiasme over schoenen met ‘echte veters’, terwijl het andere het liefst nog jaren klittenband zou houden. En eerlijk is eerlijk: veters strikken is best ingewikkeld. Je vraagt van een kind om twee losse touwtjes in de juiste volgorde vast te pakken, te kruisen, te trekken, een lus te maken, erdoorheen te halen en vervolgens opnieuw strak te trekken.

Veters strikken: zo leer je het je peuter op een speelse en ontspannen manier

Dat is fijne motoriek, concentratie en ruimtelijk inzicht in één. Toch ontstaat er vaak iets magisch wanneer kinderen het eenmaal doorhebben. Ze groeien letterlijk een stukje in zelfvertrouwen, omdat dit zó’n typisch “grote-kind-vaardigheid” is. En precies daarom is het zo waardevol om het proces rustig, speels en zonder druk te begeleiden. Want veters strikken is geen wedstrijdje; het is een ontdekkingstocht. En die mag leuk zijn.

Introduceren

Voor veel ouders werkt het prettig om eerst te kijken naar het moment waarop hun kind er zelf interesse in laat zien. Vaak gebeurt dat bij een schoenwinkel, wanneer klittenbandschoenen niet meer zo spannend zijn, of op school omdat vriendjes het al kunnen. Als ouder kun je dat prille enthousiasme gebruiken door het rustig te introduceren op een manier die past bij jouw kind.

Niet ieder kind wil meteen aan echte schoenen oefenen; sommigen vinden het fijner op de bank, met een oefenplankje of met een oude schoen waar geen haast achter zit. Het gaat erom dat je het klein en overzichtelijk houdt. Een rustige plek helpt, net als korte oefenmomentjes. Kinderen hoeven het echt niet in één keer te kunnen; ze moeten eerst snappen wat het idee is achter de beweging.

Konijnenoortjes

De bekendste methode is waarschijnlijk de ‘konijnenoortjes’, waarbij je twee lussen maakt en die om elkaar heen laat draaien. Kinderen vinden dit vaak leuk omdat het visueel herkenbaar is: twee oortjes die elkaar vastpakken en niet meer loslaten. Maar er zijn meer manieren die soms nóg beter werken, vooral als je peuter visueel leert of graag dingen stap voor stap ziet. Zo is er de ‘boom en het holletje’-methode, waarbij één lus de boom is, het andere veterdeel het konijntje dat om de boom rent en in zijn holletje duikt.

Door dit soort verhaaltjes wordt het technische proces ineens een klein avontuur. De fantasie van een peuter doet de rest. En hoe speelser je het maakt, hoe minder frustratie er ontstaat wanneer het even niet lukt. Fouten horen erbij; dat laat je kind zien dat leren een proces is.

Oude schoen

Daarnaast kan materiaal een verschil maken. Dik, stevig koord werkt vaak fijner dan gladde, dunne veters die razendsnel wegglippen. Je kunt een oude schoen nemen, de veters vervangen door wat dikker touw en het zo echt voelen als oefenen. Ook een houten oefenbord met extra grote ‘veters’ werkt heel goed, zeker wanneer je kind vooral regels wil ontdekken zonder meteen precieze knoopjes te hoeven maken. Het voordeel van oefenen buiten de schoenen om, is dat het minder druk geeft.

Je hoeft niet weg, er wacht geen jas of schooltas; het moment is van jullie samen. En vanuit die ontspanning komen kinderen sneller tot leren. Vaak zie je dat ze ineens zelf de volgende stap proberen, puur omdat de sfeer veilig en vrolijk is.

In de spiegel

Sommige kinderen vinden het fijn om te oefenen voor een spiegel. Zo zien ze hun eigen handen en kunnen ze makkelijker begrijpen welke beweging ze gemaakt hebben. Het voelt soms alsof je hun motoriek een klein beetje vertaalt van ‘voelen’ naar ‘zien’. Andere kinderen leren juist weer door jouw handen te volgen. Dan kun je de vetertechniek eerst zelf heel langzaam uitvoeren terwijl zij meekijken. Daarna kun je hun handjes zachtjes begeleiden, maar zonder het van ze over te nemen. De kracht zit in dat kleine moment waarop ze het zélf voelen klikken. En vaak is dat precies het moment waarop ouders ontdekken dat hun peuter meer kan dan gedacht. Door ruimte te houden tussen jouw hulp en hun zelfstandigheid, ontstaat dat magische ‘ik kan dit’.

Positieve aandacht een wondermiddel. Niet alleen wanneer het lukt, maar vooral wanneer het nog níet lukt. Een zucht van frustratie vraagt niet om corrigeren, maar om erkenning: “Het is ook moeilijk hè, maar je doet het zo knap.” Dat is de basis waarop kinderen durven falen en dus durven leren. Beloon pogingen, vier kleine stapjes en sta stil bij de momenten waarop ze zelf willen proberen. Want uiteindelijk is veters strikken geen vaardigheid die je er bij een peuter doorheen duwt; het is iets wat groeit. En op een dag, vaak onverwachts, zitten die veters ineens netjes vast. Dan zie je dat trotse gezichtje en weet je: dit was het waard. Dat maakt veters strikken misschien wel net zo’n mijlpaal voor ouders als voor kinderen.

Lees ook

Zindelijkheidstraining: hoe begeleid je je peuter op een ontspannen manier?

Bronvermelding

Afbeelding: 123rf.com