“Snottebellen bij je kleintje — wat kun je doen?” is door Marion Middendorp geschreven voor Peuteren.nl.
Elke ouder kent het moment waarop het gezicht van je kindje wordt versierd met glimmende snottebellen. De neus loopt, de bovenlip plakt en je blijft maar vegen. Het hoort bij opgroeien, want jonge kinderen zijn nu eenmaal vaker verkouden. Toch kan het best zielig zijn om te zien hoe je kindje moeite heeft met ademhalen, drinken of slapen. En dan komt er nog iets bij: jonge kinderen kunnen vaak nog niet zelf hun neus snuiten. Daardoor blijft het slijm zitten of loopt het langzaam naar buiten. Gelukkig zijn er fijne, zachte manieren om je kind te helpen, zonder strijd en zonder gedoe. In deze blog vind je praktische tips, troost en een beetje relativering, want soms is het gewoon even zo.

Extra slijm
Wanneer een peuter verkouden is, zwellen de slijmvliezen in de neus en keel op en wordt er extra slijm aangemaakt. Dat slijm heeft een functie: het vangt virussen en stofjes op en voert ze af. Alleen, bij jonge kinderen is de neus nog klein, de doorgang smal en het besef van “blazen door je neus” vaak nog ver te zoeken. Het kan dus lijken alsof alles vastzit. Je kindje kan hierdoor snurken tijdens het slapen, vaker wakker worden, slechter drinken of net wat prikkelbaarder zijn. Dat is logisch. Niet alleen het lijfje, maar ook het gevoel kan dan overuren draaien. Troost en nabijheid helpen minstens zo sterk als een washandje of een zoutoplossing.
Een fijne manier om de neus iets vrijer te maken, is het slijm zachter maken. Je kunt dat doen door vocht in te brengen. Denk bijvoorbeeld aan een paar druppeltjes zoutoplossing of een spray die speciaal voor jonge kinderen is bedoeld. Zo wordt het slijm dunner en kan het vanzelf naar buiten komen. Vaak komt er dan – hoe oncharmant het ook klinkt – gewoon een flinke snotbel tevoorschijn. Reinig daarna de neus zachtjes met een lauw, vochtig doekje in plaats van te wrijven met droge tissues. Dat voorkomt schrale plekjes en rode neuzen. Voor sommige ouders werkt een neuszuigertje goed. Dat is even wennen, maar veel kinderen vinden het uiteindelijk minder vervelend dan je denkt. Het belangrijkste is: doe het rustig, met aandacht en zonder haast.
Verstopte neus
Als slapen lastig gaat door de verstopte neus, kun je het hoofdeinde van het bedje iets verhogen. Niet veel, een paar centimeter is al genoeg om de druk op het neusslijmvlies te verlichten. Ook een beetje extra luchtvochtigheid helpt. In veel huizen is de lucht in de winter vrij droog, door de verwarming. Een kommetje water in de kamer of even de badkamer vol laten stomen en daar samen zitten, kan wonderen doen. Let ondertussen op hoe je kindje ademt en drinkt. Drinken (of borstvoeding/flesvoeding) helpt het lichaam namelijk ook om slijm af te voeren. Misschien drinkt je kind kleinere beetjes per keer, maar wel vaker. Dat mag. Volg het tempo dat voor jullie prettig is.
Snuiten leren komt vanzelf, maar vaak pas rond de leeftijd van twee jaar of soms zelfs later. Het is iets dat je samen spelenderwijs oefent. Je kunt bijvoorbeeld eerst laten blazen: een veertje wegblazen, bellen maken in een bekertje water met een rietje, of een klein kaarsje uitblazen. Het idee van lucht verplaatsen wordt dan langzaam duidelijk. Maak het gezellig, niet verplicht. Als je kindje eenmaal begrijpt hoe het werkt, kun je rustig overgaan naar zacht snuiten. Goed om te weten: te hard snuiten kan juist extra druk geven en maakt het soms erger. Zacht en langzaam is genoeg.
Kun je het voorkomen?
Helaas kun je verkoudheden niet helemaal tegenhouden, want peuters raken elkaar onderweg, op de opvang en tijdens spelen voortdurend aan. Een verkoudheid hoort ook bij het opbouwen van weerstand. Maar je kunt wél helpen dat je kindje er minder last van heeft. Frisse lucht is de grootste vriend. Regelmatig even naar buiten, ramen open om te luchten, niet te warm binnen. Ook handen wassen helpt, vooral voor het eten en na buitenspelen. En misschien wel de belangrijkste: rust. Een verkouden peuter heeft vaak iets meer knuffels, luwte en veiligheid nodig.
Soms kan een verkoudheid wat heftiger worden. Als je kindje minder drinkt dan normaal, erg benauwd klinkt, koorts heeft die lang aanhoudt, of als jij simpelweg voelt dat het niet klopt, dan is het fijn om de huisarts te bellen. Je kent je kindje het best. Je mag altijd op je gevoel vertrouwen. Een arts kan meekijken en uitleggen of extra zorg nodig is, of dat dit gewoon één van die typische verkoudheidsweken is die vanzelf weer overgaat.
Snotperiode
Het kan intens zijn, zo’n snotperiode. Je veegt, troost, tilt, draagt en slaapt misschien zelf ook wat minder. Maar weet je? Je doet het goed. Echt. Je kindje voelt jouw zorg, jouw rust en jouw nabijheid. Dat is uiteindelijk de grootste verlichting die er bestaat. Die warmte helpt niet alleen het lijfje om te herstellen, maar geeft ook het gevoel: “Ik ben veilig, ook als ik me even niet lekker voel.” En dat is een cadeautje dat verder reikt dan welke snottebel dan ook.
Lees ook
Snot, kuchjes en snufjes: verkoudheid bij kinderen
Huiduitslag bij je baby – Check de rode vlekkenwijzer
Bronvermelding
Afbeelding: 123rf.com












































