Slaapwandelen bij kinderen: wat is het en hoe ga je ermee om?

Je hebt het misschien wel eens meegemaakt: je kind staat ’s nachts ineens naast je bed, met een glazige blik en mompelende woorden. Slaapwandelen, ook wel somnambulisme genoemd, is een fenomeen dat bij veel kinderen voorkomt. Maar wat is het precies, waarom gebeurt het en hoe kun je er als ouder het beste mee omgaan?

Slaapwandelen bij kinderen: wat is het en hoe ga je ermee om?

Wat is slaapwandelen?

Slaapwandelen is een slaapstoornis waarbij iemand tijdens de diepe slaap uit bed komt en rondloopt, terwijl de hersenen nog in slaap zijn. Het gebeurt meestal in het eerste deel van de nacht, ongeveer één tot drie uur na het inslapen. Tijdens zo’n episode heeft je kind vaak de ogen open, maar is niet echt wakker en reageert nauwelijks op prikkels uit de omgeving.

Hoe vaak komt het voor?

Slaapwandelen komt vaker voor dan je denkt. Ongeveer 15 tot 17% van de kinderen heeft er wel eens last van gehad. Het komt het meest voor bij kinderen tussen de vier en twaalf jaar, met een piek rond de leeftijd van zeven jaar. Jongens slaapwandelen iets vaker dan meisjes.

Oorzaken van slaapwandelen

De precieze oorzaak van slaapwandelen is niet bekend, maar verschillende factoren kunnen een rol spelen:

  • Erfelijkheid
    Als een van de ouders slaapwandelde als kind, is de kans groter dat het kind dit ook doet.
  • Onvolgroeid zenuwstelsel
    Bij kinderen is het zenuwstelsel nog in ontwikkeling, wat kan bijdragen aan slaapwandelen.
  • Slaapgebrek en vermoeidheid
    Een onregelmatig slaapritme of te weinig slaap kan slaapwandelen uitlokken.
  • Stress en spanning
    Veranderingen in de routine, zoals een nieuw schooljaar of een verhuizing, kunnen bijdragen aan slaapwandelen.
  • Ziekte of koorts
    Een verstoord slaappatroon door ziekte kan slaapwandelen veroorzaken.

Is slaapwandelen gevaarlijk?

Op zichzelf is slaapwandelen niet gevaarlijk, maar het kan wel tot risicovolle situaties leiden. Een kind kan bijvoorbeeld struikelen, van de trap vallen of naar buiten lopen. Daarom is het belangrijk om de omgeving veilig te maken:

  • Plaats traphekjes en sluit ramen en deuren goed af.
  • Verwijder obstakels waarover je kind kan struikelen.
  • Laat je kind niet boven in een stapelbed slapen.

Wat kun je doen als je kind slaapwandelt?

Het is midden in de nacht en ineens hoor je voetstapjes op de gang. Je kijkt op en daar staat je kind, met een wazige blik in de ogen, misschien wel mompelend tegen een denkbeeldige vriend of rustig voor zich uit starend. Als ouder schrik je misschien, maar het allerbelangrijkste wat je kunt doen, is kalm blijven. Hoe vreemd het gedrag ook lijkt, voor je kind voelt het niet als een nachtwandeling. Sterker nog: ze hebben er meestal helemaal geen herinnering aan de volgende ochtend.

Maak je kind vooral niet wakker. Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar wakker schrikken uit zo’n diepe slaaptoestand kan verwarrend of zelfs beangstigend zijn. In plaats daarvan kun je je kind zachtjes bij de schouders aanraken en rustig, zonder veel woorden, richting bed begeleiden. Praat niet teveel – een overdaad aan informatie of vragen komt in die half-slapende staat vaak niet binnen en kan tot paniek of onrust leiden. Blijf rustig, beweeg traag en vriendelijk, en help je kind veilig terug onder de dekens. En als je daarna nog even naast het bed blijft zitten tot de ademhaling weer rustig is, geef je niet alleen veiligheid, maar ook vertrouwen. Een geruststellend “ik ben er” zegt soms meer dan duizend woorden.

Kun je slaapwandelen voorkomen?

Hoewel je slaapwandelen niet altijd kunt voorkomen, zijn er wel maatregelen die kunnen helpen:

  • Zorg voor een regelmatig slaapritme
    Laat je kind elke dag op dezelfde tijd naar bed gaan en opstaan.
  • Creëer een rustige bedtijdroutine
    Een ontspannend ritueel voor het slapengaan kan helpen om stress te verminderen.
  • Vermijd drukke activiteiten voor het slapengaan
    Laat je kind een uur voor bedtijd geen intensieve activiteiten doen.
  • Let op triggers
    Probeer stressfactoren in het leven van je kind te identificeren en aan te pakken.

Wanneer moet je hulp zoeken?

In de meeste gevallen is slaapwandelen onschuldig en verdwijnt het vanzelf naarmate je kind ouder wordt. Als het slaapwandelen echter frequent voorkomt, leidt tot gevaarlijke situaties of als je je zorgen maakt, is het verstandig om contact op te nemen met je huisarts of een specialist in slaapstoornissen.

Lees ook

Van babykamer naar peuterkamer

Bronvermelding

Afbeelding: 123rf.com