Je kijkt in de ogen van je pasgeboren baby. Twee kijkertjes die je nog wat wazig aankijken, maar waarin al zoveel besloten ligt. Liefde, nieuwsgierigheid, houvast. En dan vraag je je ineens af: blijven die ogen eigenlijk zo blauw? Of worden ze straks bruin, groen, grijs? En waar hangt de uiteindelijke oogkleur eigenlijk van af?
Oogkleur is iets magisch. En tegelijk iets heel genetisch. Een mengelmoesje van erfelijke eigenschappen die op het eerste gezicht misschien willekeurig lijken, maar in werkelijkheid worden aangestuurd door kleine codes in ons DNA. Toch is het niet zo zwart-wit als: blauwe ogen plus bruine ogen is hazelnoot. Er is geen simpele rekensom. En dat maakt het juist zo leuk: je weet nooit helemaal zeker hoe die kijkers eruit gaan zien – totdat ze zich onthullen.

Waarom zijn de meeste baby’s bij de geboorte blauwogig?
Als je kindje geboren wordt met blauwgrijze ogen, ben je zeker niet de enige. Sterker nog: bij baby’s met een lichte huidskleur is blauw dé standaardkleur. Dat komt doordat de iris – het gekleurde deel van het oog – bij de geboorte nog nauwelijks pigment bevat. Melanine, het stofje dat kleur geeft aan huid, haar én ogen, moet zich nog opbouwen. En zolang die pigmentlaag nog dun is, weerkaatst het licht op zo’n manier dat de ogen blauw lijken.
Het is dus niet zo dat je kindje ‘blauwe genen’ heeft, hij heeft simpelweg nog geen definitieve pigmentatie in de iris. Hoe meer melanine er de maanden daarna bijkomt, hoe donkerder de ogen worden. Dus die mooie hemelsblauwe blik kan zomaar veranderen in groen, grijs, hazel of bruin. Alles is nog in beweging. Bij baby’s met een donkere huidskleur zie je dit effect minder vaak. Zij worden meestal geboren met al meer pigment in de ogen, waardoor ze van meet af aan bruine of donkere ogen hebben, al kunnen ook hun ogen later nog iets van tint veranderen.
Hoe wordt oogkleur eigenlijk bepaald?
Oogkleur wordt grotendeels bepaald door erfelijke informatie in ons DNA. En dat DNA, dat krijg je van je ouders mee, elk kind krijgt 50% van zijn genetisch materiaal van de ene ouder, en 50% van de andere. Lang dacht men dat oogkleur door één enkel gen werd bepaald, met een simpel dominant versus recessief systeem: bruin zou overheersen, blauw zou ondergeschikt zijn. Maar inmiddels weten we dat het een stuk ingewikkelder ligt. Minstens acht verschillende genen zijn betrokken bij het bepalen van oogkleur, waarvan de belangrijkste op chromosoom 15 zitten.
De kleur hangt uiteindelijk af van hoeveel en welk soort melanine zich ophoopt in de iris. Veel melanine geeft bruine ogen, weinig melanine geeft blauwe ogen. Zit je er ergens tussenin, dan krijg je groen, grijs of hazel. Er is dus een soort mengpaneel aan het werk in het lijf van je kindje – en niemand weet precies hoe de schuifjes gaan vallen. Spannend toch?
Wat zijn dominante genen en wat zijn recessieve genen?
Genetica is een beetje als een kaartspel. Je krijgt van allebei je ouders een kaart, en de combinatie daarvan bepaalt wat er zichtbaar wordt. Dominante genen zijn de ‘sterke kaarten’: die winnen het meestal van de zwakkere (recessieve) kaarten. Oogkleur-genen volgen deels dat principe. Het gen voor bruine ogen is over het algemeen dominant ten opzichte van blauw. Dat betekent: als één van de ouders een gen voor bruine ogen meegeeft, is de kans groot dat je kindje die kleur krijgt. Maar let op: de uitkomst is niet altijd voorspelbaar.
Twee ouders met bruine ogen kunnen evengoed een kindje krijgen met blauwe ogen, als ze allebei het gen voor blauw ‘in stilte’ meedragen. Dat noemen we dragerschap. Je ziet het gen niet aan de buitenkant, maar het zit er wél. Als een kindje dan twee van zulke ‘blauwe genen’ erft – eentje van elke ouder – dan wordt blauw alsnog zichtbaar.
Tabel oogkleur baby
Oogkleur ouders | Kans op bruine ogen | Kans op groene ogen | Kans op blauwe ogen |
---|---|---|---|
Beide ouders bruin | 75% | 18% | 7% |
Eén bruin, één groen | 50% | 37% | 13% |
Eén bruin, één blauw | 50% | 0% | 50% |
Beide ouders groen | 25% | 50% | 25% |
Eén groen, één blauw | 0% | 50% | 50% |
Beide ouders blauw | 0% | 1% | 99% |
Let op: Deze percentages zijn gebaseerd op gemiddelde genetische kansen en geven slechts een indicatie. Door verborgen (recessieve) genen kunnen verrassingen altijd voorkomen!
Spelen grootouders ook een rol?
Zeker weten! De genen die bepalen welke kleur ogen je baby krijgt, komen niet alleen van papa en mama. Ze komen via hen óók van hun ouders en soms zelfs van generaties daarvóór. Het is dus goed mogelijk dat je kindje de oogkleur van een opa of oma heeft geërfd, ook als die kleur bij jullie zelf al een tijdje niet meer is voorgekomen. Genen kunnen namelijk ‘overslaan’ of generaties lang verborgen blijven.
Dat maakt het allemaal nog wat onvoorspelbaarder, maar ook des te leuker. Want wie weet herken je straks ineens de blik van je moeder in de ogen van je kind. Of zie je een tint die je nog nergens eerder in je familie zag. Het zijn van die kleine erfelijke verrassingen die het ouderschap zo bijzonder maken.
Wanneer verandert de oogkleur van je baby?
De meeste veranderingen in oogkleur vinden plaats in het eerste levensjaar. Soms zie je al in de eerste maanden subtiele schakeringen: van helderblauw naar grijsgroen, of van grijs naar warm hazel. Maar pas rond de zes tot negen maanden begint de pigmentatie echt op gang te komen. Toch is het goed om te weten: de uiteindelijke oogkleur staat vaak pas vast rond het tweede of derde levensjaar. En in zeldzame gevallen kan het zelfs nog daarna een beetje veranderen. Het gaat hier niet om radicale kleurwissels – van blauw naar bruin bijvoorbeeld – maar eerder om verdieping, nuance en schakering.
Dus als je je afvraagt of die blauwe kijkers blijvend zijn: geniet er gewoon van. Maak foto’s en blijf je verbazen. Want die ogen vertellen niet alleen iets over de genen, maar ook over het karakter dat zich ontwikkelt.
Wist je dat…? Leuke feitjes over oogkleur
Blauwe ogen zijn eigenlijk kleurloos
Het blauw ontstaat doordat licht verstrooid wordt in een pigmentarme iris. Dat noemen we de Rayleigh-scattering – hetzelfde principe waardoor de lucht blauw lijkt.
Oogkleur kan emoties versterken
Mensen ervaren blauw als rustig en open, terwijl bruin vaak als warm en betrouwbaar wordt gezien.
Groene ogen zijn het zeldzaamst
Slechts 2% van de wereldbevolking heeft van nature groene ogen.
Er bestaan ook verschillende soorten bruin
Van licht amberkleurig tot bijna zwart – het is een kleur met veel diepte.
Sommige baby’s hebben ieder oog een andere kleur
Dat heet heterochromie. Het komt zelden voor, maar is meestal onschuldig én prachtig om te zien.
Lees ook
Voorspel de kleur van de ogen van je baby
Volg je zwangerschap week voor week, met de zwangerschapskalender
Bronvermelding
Afbeelding: 123rf.com
