Tandenknarsen bij kinderen: wat is het en hoe ga je ermee om?

Je hoort het pas als je ’s avonds langs de slaapkamer loopt. Een schurend, raspend geluid dat dwars door merg en been gaat. Je kind ligt rustig te slapen, maar zijn of haar tanden maken overuren. Misschien ben je ervan geschrokken, of misschien dacht je: “Dat hoort erbij, toch?” Tandenknarsen, ook wel bruxisme genoemd, komt opvallend vaak voor bij jonge kinderen. Toch weten veel ouders niet precies wat er gebeurt tijdens dat knarsen, wat de oorzaak is, en of het eigenlijk wel kwaad kan.

Tandenknarsen bij kinderen: wat is het en hoe ga je ermee om?

Wat is tandenknarsen precies?

Tandenknarsen klinkt misschien als een onschuldig fenomeen. Toch is het goed om te weten wat er zich tijdens zo’n knarsmoment afspeelt. Bij bruxisme spannen de kauwspieren zich onbewust aan, waardoor de tanden en kiezen krachtig over elkaar schuiven of juist op elkaar geklemd worden. Dat gebeurt meestal tijdens de diepe slaap, wanneer het bewustzijn van het lichaam op een laag pitje staat. Anders dan bij kauwen is dit geen gecontroleerde spieractiviteit.

Je kind is zich van niets bewust, maar het kaakgewricht maakt wel degelijk overuren. Sommige kinderen knarsen zacht, bijna onhoorbaar. Anderen produceren een geluid dat je van twee kamers verderop nog hoort. En het hoeft niet elke nacht te gebeuren, vaak zijn het juist stressvolle of drukke periodes waarin het knarsen opduikt. Dat maakt het extra belangrijk om niet alleen naar de tanden, maar ook naar het kind als geheel te kijken.

Hoe vaak komt het voor?

Tandenknarsen bij kinderen is verrassend normaal. Afhankelijk van de leeftijd en gebruikte onderzoeksmethode lopen schattingen uiteen, maar uit verschillende studies blijkt dat tussen de 15% en 40% van de kinderen op enig moment in hun leven te maken krijgt met bruxisme. Meestal begint het rond het derde of vierde levensjaar, wanneer het melkgebit grotendeels compleet is, en neemt het af naarmate het kind ouder wordt.

De piek ligt vaak rond de basisschoolleeftijd. Tegen de puberteit verdwijnt het vaak vanzelf, al is dat geen garantie. Jongens knarsen iets vaker dan meisjes, al zijn de verschillen klein. Het goede nieuws? In de meeste gevallen is het een voorbijgaand fenomeen. Toch is het belangrijk om het in de gaten te houden, zeker als er signalen zijn van kaakklachten, tandenslijtage of slaapstoornissen. Vroege herkenning kan latere schade helpen voorkomen.

Wat gebeurt er tijdens het knarsen?

Hoewel het voor een buitenstaander misschien ‘alleen maar’ een geluid is, gebeurt er in het mondgebied van het kind veel meer. Tijdens het knarsen worden de kaakspieren flink aangespannen, soms wel met een kracht van tientallen kilo’s. De tanden schuiven over elkaar, of worden strak op elkaar geklemd. Die kracht kan zelfs voelbaar zijn tot in de slapen of de nek. Het glazuur van de tanden wordt langzaam dunner geslepen, wat ze gevoeliger maakt voor kou of zoetigheid.

Ook kan de druk op het kaakgewricht voor spanning of zelfs pijn zorgen, zeker bij langdurige belasting. In extreme gevallen kan het zelfs leiden tot kleine haarscheurtjes in de kiezen of het afbrokkelen van tandranden. Gelukkig gebeurt dat bij kinderen zelden, mede doordat het melkgebit nog vervangen wordt. Toch is het goed om bewust te zijn van deze fysieke impact – zeker als je kind ’s ochtends wakker wordt met een vermoeide kaak, hoofdpijn of onverklaarbare oorpijn.

Wat zijn mogelijke oorzaken van bruxisme?

Er is geen eenduidige oorzaak voor tandenknarsen, het is meestal een samenspel van factoren. De meest genoemde boosdoener? Stress. Kinderen die overdag veel spanning ervaren, verwerken dit soms ’s nachts via hun lichaam. Dit kan ontstaan door schooldruk, ruzie thuis, een verhuizing of zelfs iets ogenschijnlijk kleins als een drukke dag of een spannende droom. Maar er zijn ook lichamelijke oorzaken. Denk aan een scheve beet, wanneer tanden en kiezen niet goed op elkaar passen – of restspanning in de kauwspieren.

Sommige artsen vermoeden dat een tekort aan bepaalde vitamines of een verstoring in de slaappatronen ook een rol kan spelen. Daarnaast is er een duidelijke genetische component: als een van de ouders knarst of geknarst heeft, is de kans groter dat het kind het ook doet. Ook kinderen met ADHD, autisme of slaapstoornissen hebben een verhoogde kans op bruxisme. Belangrijk om te onthouden: het knarsen zelf is een signaal – het lichaam probeert iets te verwerken of op te lossen.

Is tandenknarsen schadelijk?

In veel gevallen is het knarsen bij kinderen gelukkig onschuldig. Het gaat vanzelf weer over en laat geen blijvende schade achter. Toch zijn er uitzonderingen. Als het knarsen frequent en krachtig is, kan het tandglazuur slijten. Dat maakt tanden gevoeliger, kwetsbaarder voor gaatjes en soms zelfs pijnlijk. Ook kan het kaakgewricht overbelast raken, met spierpijn of hoofdpijn als gevolg. In zeldzame gevallen kan het leiden tot een zogeheten TMD (temporomandibulaire dysfunctie), waarbij het kaakgewricht niet goed meer functioneert.

Ook de nachtrust kan verstoord raken, niet alleen die van het kind zelf, maar ook van broertjes, zusjes of ouders die wakker liggen van het geknars. En tenslotte heeft het ook een emotionele kant: als ouder kun je je machteloos voelen, of je afvragen of je iets over het hoofd ziet. Daarom geldt: liever een keer te vaak overleggen met een tandarts dan te laat. Zeker als je kind klaagt over pijn of als je zelf duidelijke tekenen van slijtage ziet.

Hoe kun je het herkennen?

Tandenknarsen gebeurt meestal onbewust, en vooral tijdens het slapen. Dat maakt het extra lastig om het te signaleren. Toch zijn er een aantal herkenbare aanwijzingen. Het duidelijkste is natuurlijk het hoorbare geknars – vaak hoor je het als ouder toevallig als je ’s avonds nog even in de kamer bent. Maar er zijn ook subtielere signalen. Wordt je kind vaak wakker met een stijve of pijnlijke kaak? Klaag het over gevoelige tanden of hoofdpijn bij het opstaan? Merk je dat er kleine stukjes tand lijken af te brokkelen, of dat de tandranden scherper worden?

Soms valt het ook de tandarts op dat het glazuur ongelijkmatig afslijt. Kinderen zelf zijn zich vaak van geen kwaad bewust – ze slapen door het knarsen heen. Let dus goed op gedragsveranderingen rondom bedtijd of ’s ochtends. En als je twijfelt: neem het op bij de volgende controle bij de tandarts of de jeugdgezondheidszorg. Beter voorkomen dan genezen.

Wat kun je doen om tandenknarsen te voorkomen?

Hoewel je het knarsen niet altijd kunt voorkomen, zijn er wel degelijk dingen die je kunt doen om de kans te verkleinen of de impact te verminderen. Alles begint bij ontspanning. Kinderen die gespannen naar bed gaan, hebben een grotere kans om te gaan knarsen. Een rustgevende bedtijdroutine, denk aan voorlezen, een warme douche, zachte muziek, kan wonderen doen. Zorg voor een voorspelbare avondstructuur en een fijne, prikkelarme slaapkamer. Vermijd schermen in het laatste uur voor het slapengaan, en beperk suiker of cafeïne in de avond (ook in chocolademelk!).

Als je kind gevoelig is voor spanningen overdag, probeer dan samen manieren te vinden om emoties te uiten – via tekenen, praten, bewegen of knuffelen. Soms kan ook fysiotherapie of ontspanningstherapie helpen om overmatige spanning in de kaakspieren af te voeren. Kortom: creëer ruimte voor rust, letterlijk en figuurlijk. Want in een ontspannen lichaam komt de slaap meestal vanzelf en het knarsen hopelijk minder vaak.

Kun je de tanden van je kind beschermen?

Als het knarsen hevig of langdurig is, kan het verstandig zijn om de tanden actief te beschermen. Een op maat gemaakte nachtbeugel – ook wel knarsbitje genoemd – vangt de druk op en voorkomt verdere slijtage van het glazuur. Zo’n beugel wordt speciaal door de tandarts gemaakt en past precies over het gebit van je kind. Het is belangrijk dat deze goed zit, want een slecht passende beugel kan juist méér spanning veroorzaken.

In de meeste gevallen wordt een bitje alleen geadviseerd bij blijvende gebitselementen, dus bij kinderen vanaf een jaar of acht. Bij jongere kinderen wacht men meestal af. Het gebit verandert immers nog flink, en de kans is groot dat het knarsen vanzelf stopt. Overleg altijd met je tandarts of een knarsbitje nodig is, en laat het niet zomaar online maken zonder professionele begeleiding. De bescherming van het gebit is belangrijk – maar de mentale rust van je kind net zo goed.

Wanneer schakel je hulp in?

Tandenknarsen kan een signaal zijn van iets groters en als ouder voel je vaak intuïtief aan wanneer het tijd is om hulp in te schakelen. Blijft het knarsen terugkomen, wordt het erger of merk je dat je kind er last van krijgt? Dan is een bezoek aan de tandarts zeker op z’n plaats. Ook bij signalen als beschadigde tanden, ochtendhoofdpijn, of terugkerende kaakklachten is het verstandig om verder te kijken. De tandarts kan beoordelen of het knarsen schadelijk is en eventueel doorverwijzen naar een kindertandarts, kaakfysiotherapeut of slaapdeskundige.

In sommige gevallen wordt een psycholoog betrokken, zeker als stress of angsten meespelen. Wees vooral niet bang dat je overdrijft – je kind verdient het om goed en pijnvrij te kunnen slapen. En jij verdient het om als ouder gerustgesteld te worden. Want hoe klein het probleem ook lijkt, jouw bezorgdheid is altijd een goede reden om hulp te vragen.

Lees ook

Slaapwandelen bij kinderen: wat is het en hoe ga je ermee om?

Bronvermelding

Afbeelding: 123rf.com